Wanneer we uitdrukkingen maken, duwen onze spieren de omliggende zachte weefsels in ons gezicht (andere spieren, huid, vet) samen of trekken ze uit elkaar. Deze manipulaties veroorzaken diepteveranderingen. Als één gebied voller wordt, wordt een ander gebied dunner. Uitdrukkingen in een 3D-personage kunnen er onverklaarbaar anders uitzien als er geen rekening wordt gehouden met dergelijke diepteveranderingen.